Risico's
Hiervoor hebben wij het financiële kader voor de komende jaren geschetst. Het is goed om hierbij beeld te schetsen van de risico’s en onzekerheden die wij zien.
De financiën van gemeenten staan onder druk als gevolg van macro-economische ontwikkelingen zoals de stijgende rente en de gevolgen van de inflatie in de afgelopen periode. We constateren dat werkelijke loon- en prijseffecten groter zijn dan de compensatie die wij hiervoor ontvangen. Deze druk wordt versterkt door het huidige Rijksbeleid met betrekking tot de financiering van gemeenten vanaf 2026. Gemeenten worden vanaf 2026, in de volksmond inmiddels het ‘ravijnjaar’ genoemd, geconfronteerd met een grote structurele korting. Gemeenten (VNG) en Rijk zijn al geruime tijd hierover in gesprek. Voor Hardenberg betekent dit een daling van inkomsten ter grootte van ongeveer € 10 miljoen. Wij hebben dit effect in de hierboven genoemde tabel verwerkt. Het is duidelijk dat dit grote gevolgen heeft voor de financiële ruimte en mogelijkheden.
Het is nog onduidelijk welke gevolgen de vorming van een nieuw kabinet heeft op de gemeentelijke taken en middelen. Het huidige demissionaire kabinet heeft kortgeleden de Voorjaarsnota 2024 gepubliceerd. Het debat hierover met de (nieuwe) Tweede Kamer moet nog gevoerd worden. In de Voorjaarsnota wordt helder dat de opschalingskorting wordt geschrapt en dat er extra geld komt voor de indexering van de zorgkosten. Gemeenten krijgen bij de invoering van de BBP-systematiek vanaf 2024 het financiële effect gecompenseerd, echter met uitzondering van 2025. De financiële consequentie van het besluit van het kabinet is dat in 2025 het gemeentefonds eenmalig € 675 miljoen lager wordt vastgesteld. Het gesprek over de gewenste omvang van het gemeentefonds vanaf 2026 zal met een nieuw kabinet moeten worden gevoerd.
In vrijwel heel Nederland drukken de lasten van het maatschappelijk domein sterk op de gemeentelijke begroting. We zien dat onder andere bij de kosten voor Huishoudelijke hulp en de Jeugdzorg. We zien de gemiddelde kosten per cliënt stijgen en zien daarnaast dat zorg en de jeugdhulp kampen met problemen door de krapte op de arbeidsmarkt. Gemeenten en Rijk zijn aan de slag gegaan met een ingrijpende vernieuwing van de jeugdzorg, vastgelegd in de Hervormingsagenda. Deze verandering vindt plaats op lokaal, regionaal en landelijk niveau en is hiermee een grote en meerjarige opgave. Daarnaast zal ook het vluchtelingenvraagstuk de komende tijd van invloed blijven.
De gemeentelijke arbeidsmarkt is voortdurend in beweging. Ook hier is sprake van krapte op de arbeidsmarkt. Gemeenten hebben daarnaast te maken met een groeiend takenpakket. Het aantal vacatures neemt de laatste tijd toe en sommige vacatures zijn moeilijk te vervullen. Ook stroomt de komende 5 jaar ongeveer 15% van ons personeel uit als gevolg van pensionering. Deze ontwikkelingen staan op gespannen voet met de opgaven en ambities die we als gemeente hebben. Daardoor bestaat er kans op vertraging van ambities en meerkosten omdat personeel moet worden ingehuurd.